Bijbel: Lucas 17:6, 2 Daniel 5:23-24 (NBV-21)
Veel mensen kennen de moerbeiboom uit het gedicht “De moerbeitoppen ruisten” van Nicolaas Beets.
De
moerbeitoppen ruisten; God ging voorbij;
Neen, niet voorbij, hij toefde;
Hij wist wat ik behoefde,
En sprak tot mij;
De moerbeiboom is een boom die pas op latere leeftijd sappige vruchten geeft. Deze lijken op grote bramen en zijn kort houdbaar. De tere vruchten die moeilijk te oogsten zijn hebben een zoetzure smaak en geven als je niet oplet enorme vlekken op je kleding.
In de Bijbel wordt de moerbeiboom als beeldspraak gebruikt. Toen de apostelen om meer geloof vroegen, zei de Heer:
”Als jullie geloof hadden als een mosterdzaadje zouden jullie tegen die moerbeiboom zeggen: “Trek je wortels uit de grond en plant jezelf in de zee en hij zou jullie gehoorzamen”.
Lucas 17, 5-6