Bijbel: Hooglied 6: 11 (NBV-21)
De zwarte notenboom staat net voorbij het beeld van Lot. De boom is familie van de walnoot, maar de stam en de noten zijn net even anders. De noot is goed eetbaar, alleen wel erg moeilijk te kraken. Na zo’n 5 keer met de hamer er opgeslagen te hebben is hij meestal wel open.
Augustinus zag in de walnoot een beeld van Jezus. De harde buitenkant was voor hem een aanwijzing naar het kruishout. Het vlies verwijst dan naar het lichaam en de kern, de noot zelf, naar de goddelijke natuur. Ook wordt de noot wel gezien als verwijzing naar de Drie-eenheid.
“Ik ging naar de notengaard beneden, om te kijken naar de bloesems bij de beek, naar de ranken aan de wijnstok, de granaatappels in bloei.
Hooglied 6, 11